Vader Janssens startte met zijn beenhouwerij in 1930. In deze periode werd echter nog veel aan thuisslacht gedaan en zo kwamen Jef en zijn vader ook nog veel bij de boeren over de vloer. Na WOII, vanaf de jaren ’50 startte de familie Janssen met een eigen privaat slachthuis, het was als een van de laatste private slachthuizen tot eind 1963 actief. Er werden zowel varkens als runderen geslacht.

In 1958 studeerde Jef als beenhouwer af aan de beenhouwersschool in de Pothoekstraat te Antwerpen en zette samen met zijn vader de beenhouwerij verder. In 1985 stapt zoon Peter  mee in de zaak. Jef en Peter hebben geen winkel meer maar verkopen alles ambulant op de lokale markten en thuis, voor de oude winkel.

Ten huize Janssens werd reeds sinds 1930 filet d’Anvers gerookt en volgens lokale traditie pensen, kipkap met mosterd, Kempens spek en Kempens smout gemaakt.