Limburgse vlaai BGA
De Limburgse vlaai ligt nauw aan het hart van elke Limburger. Daarom namen de Limburgse bakkers uit Vlaanderen en Nederland het initiatief om de ambachtelijke Limburgse vlaai te beschermen met een Beschermde Geografische Aanduiding.
Productfiche
- Herkomst: Belgisch en Nederlands Limburg
- Type product: gebak
- Ingrediënten: een rijke gistdeeg met een fruit, zuivel
Beschermen van de naam en het recept
De benaming “Limburgse vlaai" BGA mag uitsluitend gebruikt worden voor vlaaien vervaardigd door Limburgse (NL en B) bakkers die garant staan voor volgende kwaliteitskenmerken:
- heeft een gebakken gistdeegbodem van max. 1 cm;
- heeft een rijke variatie aan vullingen met fruit, rijstpap, crème, griesmeelpap, verse kaas, suiker/ei-vulling of een combinatie hiervan.
- de vulling en afwerking worden steeds meegebakken, extra versiering na het bakken is uit den boze;
- het is een “gewichtige” vlaai waarvan de kleinste versie (10cm diameter) minimaal 140g weegt en de grootste versie (30 cm) minimaal 1.400g.
- de “Limburgse vlaai” wordt dagvers, tot 24u na het bakken, verkocht en mag niet diepgevroren worden.
De labels garanderen de kwaliteitskenmerken van de "Limburgse vlaai" BGA. Lees meer over de Europese labels en de andere beschermde Vlaamse streekproducten.
Een lokale traditie ontstaan op de hoeves
Voor de oorsprong van de Limburgse vlaaien moeten we terug naar de achttiende eeuw. In 1878 beschrijft de Nederlandse auteur Jacobus Craandijk de oogstfeesten op Limburgse hoeves: “Dan is op de groote tafel het nieuwe wittebrood aangerigt en de koek van tarwemeel met vruchtenmoes, die een Limburgsche eigenaardigheid is en ‘v l a a i ’ wordt genoemd.” We zien hier het oerrecept van de “Limburgse vlaai” BGA: een gebak met als basis een tarwedeeg (koek) belegd met vruchten(moes) opgediend als ultiem feestgebak “vlaai” genaamd.
Ontstaan in de huiselijke sfeer vindt de vlaai in de loop van de 20ste eeuw haar weg naar de lokale bakkers. Hierdoor wordt de “Limburgse vlaai” BGA niet enkel meer met de kermissen gegeten maar wordt het een gesmaakt zondagsgebak met een rijke keuze aan vullingen. Ondertussen is de “Limburgse vlaai” BGA een vast onderdeel van de dagelijkse productie van een Limburgse warme bakker. Dagelijks bakt hij een achttal soorten vlaaien, in het weekend zijn het er ongeveer 14.
Toerisme zorgde mee voor de faam van de “Limburgse vlaai” BGA
Samen met de opgang van toerisme in de jaren ’60 van de vorige eeuw verschijnt de “Limburgse vlaai” BGA als streekproduct in de eerste toeristische literatuur. Tegenwoordig pakken beide provincies uit met de “Limburgse vlaai” BGA als het meest typische streekproduct in allerlei toeristische formules. Kortom, de “Limburgse vlaai” BGA groeide uit tot een symbool van de Limburgse provincies in beide landen.
Initiatiefnemers voor erkenning
De bakkers uit beide Limburgen vonden dat de tijd rijp was voor een gezamenlijk “Limburgse vlaai” BGA-dossier. In Vlaanderen werden de bakkers vertegenwoordigd door het Koninklijk Provinciaal Verbond der Brood- en Banketbakkers, Suikerbakkers en Ijsbereiders van Limburg vzw. Met de ondersteuning van de Vlaamse en Nederlandse administratie en het VLAM-Steunpunt Streekproducten werd een dossier uitgewerkt waarin de bakkers het productieproces beschrijven en de faam van de naam bewijzen. Het dossier werd in december 2022 overgemaakt aan Europa. Op 9 januari 2024 was de erkenning een feit, na het doorlopen van de procedure.
De Limburgse Vlaaibakkers v.z.w. werd opgericht in 2024 ter ondersteuning van de Limburgse vlaai BGA. Haar leden promoten en waken over het Europees label.
Leer meer over:
- het deeg
- de "knibbelkens" vlaai en strooisel vlaai
- de open vlaai: bijvoorbeeld de bakkemoezevlaai