Poperingse hopscheuten
Hopscheuten worden in onze contreien al heel lang als groente gegeten.
Lange geschiedenis
Zelfs nog voor hopbellen werden toegevoegd aan bier om het langer houdbaar te maken, waren de hopscheuten een delicatesse. De Romeinse geschiedschrijver Plinius de Oudere, die Caesar in zijn veroveringstochten volgde, schreef in zijn Naturalis Historia al over de ‘onbekende groente die de bevolking at, en die slechts een paar weken per jaar geoogst werd’. De 16de-eeuwse plantkundige Rembert Dodoens schreef in zijn befaamd ‘Cruydtboek’ over ‘de scheutekens, sy dienen er om den smaeck te genoegen’. Lang waren hopscheuten vooral arme mensenvoedsel. Een oude bereiding in het meetjesland is stoofpot van aardappelen met hopscheuten. Het is pas in de 18de- en de 19-de eeuw dat hopscheuten een populaire groente werden op de tafels van de rijken. Belangrijke productiegebieden in België waren de driehoek Asse, Dilbeek en Aalst en de streek rond Poperinge, eeuwenlang de absolute hopmetropool.
Hopteelt buiten en binnen
Vroeger konden hopscheuten alleen buiten in het hopveld worden geplukt. Dat gebeurde van eind maart tot half april bij het uitlopen van de plant. Die traditionele pluk gebeurt nog steeds, maar heeft concurrentie van twee nieuwe productiemethodes: de kweek in serres en de teelt met hopzogers. Bij de serreteelt worden de hopwortelblokken in de grond ingebed en bedekt met een 10 cm dikke grondlaag. Door bodemverwarming via warmwaterbuizen kunnen na ongeveer 18 dagen dikke, witte hopscheuten worden geteeld. Bij de tweede methode worden de verdikte hopstekken, de zogenaamde hopzogers, in open veld gewonnen en in serres of schuren vertikaal tegen elkaar gezet. Daarop komt een laag teelaarde van 10 cm dik. Onder de aarde lopen verwarmingsbuizen. Door de warmte lopen de op de hopzoger aanwezige ogen uit en vormen dan de hopscheuten.
Beschermde Geografische Aanduiding
In Poperinge is de hopteelt nog levendig, hoewel er door de ongunstige economische omstandigheden de voorbije decennia veel hopvelden zijn gerooid. Sinds 1984 worden in de REO veiling van Roeselare Poperingse hopscheuten geveild. De jaarlijkse aanvoer in kg schommelde het voorbije decennium tussen 240 en 520 kg. Poperingse hopscheuten worden in twee kwaliteiten op de markt gebracht.
- Extra kwaliteit: deze zijn wit en zeer zuiver, absoluut vrij van ziekten en parasieten en vertonen geen fysiologische gebreken. Ze zijn zeer knapperig en krokant waardoor ze gemakkelijk breken zonder vezelige uiteinden.
- Poperingse hopscheuten van eerste kwaliteit zijn zuiver, knapperig en krokant.
Ze worden allebei verpakt in exclusieve houten schaaltjes van 250 g. De telers vroegen ook samen een Europese bescherming aan met het kwaliteitslabel BGA of Beschermde Geografische Aanduiding.Een link naar de producenten en verkooppunten vindje hieronder.