In de kijker: Moese Patat
De ‘Moese patat’, de vroege aardappel uit het Oost-Vlaamse dorp Moerzeke behoort tot de recentste lichting van erkende Vlaamse streekproducten van de VLAM.
De ‘Moese patat’, de vroege aardappel uit het Oost-Vlaamse dorp Moerzeke behoort tot de recentste lichting van erkende Vlaamse streekproducten van de VLAM. De erkenning komt er op het nippertje. Vijf jaar geleden leek het 100-jarig verhaal van de Moese patat zo goed als uitverteld. Het is maar dankzij de passie van aardappeltelers Stijn Windey en Greet Claessens dat een nieuw en voorlopig succesvol hoofdstuk geschreven wordt over de geschiedenis van dit volbloed streekproduct.
Wie de drukke N41, de baan tussen Sint-Niklaas en Dendermonde, verlaat ter hoogte van Hamme en nadien de niet-aflatende kronkelweg naar de deelgemeente Moerzeke neemt, waant zich in een land, verlaten door God en klein pierke. Hier in de oksel van de Schelde ligt het dorp er verloren gelegd bij. Toch is die ligging vlak bij de majestueuze bocht van de rivier, het geheim achter de befaamde vroege aardappel van Moerzeke: de Moese patat …
Op sterven na dood
Vijf jaar geleden kochten Stijn Windey en Greet Claessens een sierteeltbedrijf over in Moerzeke en verbouwden het tot een tuinbouwbedrijf voor aardbeiplanten. Het echtpaar wilde de activiteiten uitbreiden maar wel met een bewuste kleinschalige filosofie in het achterhoofd. “We waren op zoek naar een lokaal product dat verkocht kon worden aan de plaatselijke handelaars; we wilden absoluut geen bulk maar een kwaliteitsproduct dat op een beperkte schaal geteeld kon worden”, vertelt Stijn.
En wat bleek: dat product leek zo maar voor het rapen te liggen in hun achtertuin: de Moese patat, de nieuwe aardappel uit Moes of Moerzeke, een echt kleinood dat vroeger tot aan de Belgische kust fel gegeerd werd.
“Ik ben van de streek en kende de Moese patat van mijn ouders”, vertelt Stijn. “Ook mijn schoonouders waren landbouwers en hebben jarenlang de Moese patat geteeld. Maar het product was op sterven na dood. In het dorp was nog welgeteld één handelaar die de aardappel nog als Moese patat aan de man probeerde te brengen. Toen hij met pensioen ging, hebben we het geluk gehad de zaak te kunnen overnemen. Maar het aantal kwekers gaat sowieso achteruit: de gemiddelde leeftijd ligt tussen 70 en 75 jaar. Er komen er niet veel bij.”
Facteurs
Hoe meer Stijn doordrong tot de geschiedenis van de Moese patat, hoe meer hij gebeten raakte door deze unieke aardappel uit zijn dorp. “Ik kwam de Moese patat tegen in boeken met verhalen uit de streek, geschreven in het dialect”, vertelt hij enthousiast. “Zo stootte ik op het verhaal van de facteurs. Vroeger telde de streek erg veel aardappelhandelaars. Ze waren erop gebrand om zo snel mogelijk de vroege aardappel op de markt te brengen. Daarom stuurden ze mensen op pad, de zogenaamde facteurs, om aardappelen te gaan opkopen bij gewone burgers. Omdat zij hun aardappelen op beperkte schaal teelden, konden ze vroeger oogsten dan de boeren. Nadien werd de oogst op de aardappelmarkt samengebracht en gingen ze van daaruit naar de groothandelaars of naar de steden. Soms was men met paard en kar een dag onderweg om een paar kilo’s aardappelen te gaan leveren op de vroegmarkt in Gent.”
De Schelde
Maar wat maakt van deze Moese patat die delicatesse die zich onderscheidt van zijn soortgenoten?. “Vergis je niet”, zegt Stijn. “De aardappel van Moerzeke is geen apart aardappelras. In deze streek worden de rassen geteeld die ook elders geteeld worden: het zijn de ‘witte eerstelingen’, de ‘frieslanders’ en de ‘premières’. Maar met dit verschil dat we ze als hele vroege primeuraardappels telen. Onze eerste aardappelen oogsten we al in de tweede helft van april.”
En waarom is de Moese patat zoveel sneller oogstrijp dan andere vroege aardappelen? Voor wie niet met de streek vertrouwd is, is het antwoord verrassend. “We zitten met ons bedrijf in een bocht van de Schelde”, zegt Stijn. “De warmte van het water zorgt hier voor een microklimaat. Ik beweer niet dat het in Moerzeke tien graden warmer is dan elders. Maar toch is de winter hier milder. De kans op late vorst is kleiner zodat we de aardappel vroeger kunnen poten en oogsten.”
De streek rond Moerzeke is blijkbaar niet alleen gezegend met een milder klimaat, ook de grondsamenstelling aan de oevers van de Schelde maakt van de Moese patat een aardappel die eruitspringt. “De streek is vaak overstroomd’, vertelt Stijn. “Die afzetting van de Schelde heeft voor zware kleigrond gezorgd. Ook dat geeft een unieke smaak aan de Moese patat. Vaak zijn vroege aardappelen fletser van smaak. Maar door de specifieke grondsamenstelling hebben ze zo vroeg al een volle smaak. Je kan dus echt wel van een puur streekproduct spreken. Er is de natuurlijke bescherming van de rivier en bovendien die volle grond. Beide benadrukken de verbondenheid van dit product met deze streek”
Vervroegen
Het vervroegen van de aardappelgroei blijkt in Moerzeke – en bij uitbreiding ook in de buurgemeente Kastel- zeer gangbaar te zijn. “Om de aardappels te ‘vervroegen’, worden ze eerst voorgekiemd”, legt Stijn uit .”Het pootmateriaal wordt in een warme ruimte gelegd. Bij ons gebeurt dat in de kelder. De aardappel wordt wakker en de scheuten beginnen te schieten. Het is erg typisch voor de streek dat ze met een lange scheut van een tiental centimeters gepoot worden. Dat geeft ze zeker een aantal dagen voorsprong tegenover een aardappel die niet voorgekiemd is. Het poten moet erg voorzichtig gebeuren om de scheuten niet te breken.”
Omdat de eigenheid van de Moese patat juist bepaald wordt door zijn vroege oogst, staat Stijn erop dat de erkenning als streekproduct gebonden is aan een strikte oogstperiode. ‘Het seizoen voor de echte Moese patat loopt van de tweede helft van april tot de eerste helft van augustus”, zegt hij. “We kunnen die ganse periode door leveren dankzij de aanwezige serres in de streek. Vroeger was dit een belangrijk tuinbouwgebied voor hoofdzakelijk sla en tomaten. Vandaag worden die serres gebruikt voor vroege aardappelen en hebben we het seizoen kunnen vervroegen naar april. De eerste aardappelen worden al in januari gepoot in serres en geoogst in de tweede helft van april. Vanaf februari wordt buiten onder plastic gepoot en geoogst in de tweede helft van mei. Voor de buitenteelt is 19 maart, de feestdag van Sint-Jozef, de richtdatum.”
Revival
Een nieuwe lente, een nieuwe aardappel! Er werd nog steeds uitgekeken naar de komst van de Moese patat”, zegt Stijn. “Een nieuwe aardappel geeft een lentegevoel, net als asperges of aardbeien. Hier in de streek werden vroeger veel asperges gekweekt. Nog altijd zijn jonge aardappelen met asperges, botersaus en een ei hier het echte feesteten. De traditie wil dat de Moese patat gekookt wordt en nadien gebakken in de pan. De aardappel kan niet worden geschild omdat de schil nog te dun is. Ze wordt afgeschraapt met een mes. De kleine krielaardappelen worden gewoon in een emmer met water gelegd. Als je er dan met een stok in roert, gaat de schil er vanzelf af.”
Het bedrijf van Stijn en Greet – Agra Claessens - produceert op een seizoen tussen 90 en 100 ton Moese patatten. De afnemers zijn groentewinkels uit de buurt maar ook een aantal groothandelaars die ze op hun beurt verkopen op de vroegmarkten van Antwerpen, Brussel en Mechelen. Hierdoor kan de aardappel ook elders in Vlaanderen verkregen worden. Weldra worden ze in originele Moese patattenzakken verpakt waardoor ze echt de status van delicatesse verkrijgen. .
Sinds de Moese patat begin dit jaar een erkenning verkreeg van Vlaams streekproduct, is er zelfs sprake van een revival van de aardappel. “Ik durf niet te zeggen dat de Moese patat gered is maar sinds de lancering van het streekproduct, merk ik dat er heel wat meer aardappelen gepoot zijn in het dorp. Al even opmerkelijk is dat er opnieuw veel mensen van heinde en verre naar ons dorp komen. Ik zie ze in de straten rondrijden tot ze een bordje tegenkomen waarop staat dat er Moese patatten worden verkocht. Het moet dan toch echt wel bijzonder zijn, niet? Ik ben daar trots op.”
Recepten: