Afscheid van een voorzitter
Met een schat aan ervaring en een diepgaande kennis van Vlaamse streekproducten, neemt Chantal Gheysen afscheid als voorzitter van de sectorgroep Streekproducten. Wij blikken met haar terug op 20 jaar streekproduct.be.



Wie is Chantal Gheysen?
- Coördinator Streekproducten bij EROV
- Voorzitter van de sectorgroep Streekproducten van VLAM sinds 2012
- Geeft in mei de fakkel door aan Eline De Smet
Wat kan jij je herinneren van de opstart van Streekproduct.be?
We hadden uiteraard nood aan een definitie van een streekproduct. Dat waren heel moeilijke discussies. Als je iemand op straat vraagt wat een streekproduct is, heeft iedereen daar een andere mening over. Het heeft te maken met een gevoel. Daarom heeft het enkele jaren geduurd om dit objectief op te lijsten.
Waarom was er nood aan een label voor streekproducten?
We wilden enerzijds het chauvinisme aanwakkeren voor onze traditionele producten. Anderzijds wilden we kennis verspreiden: waar komt een product vandaan, welke traditie zit er achter? Dankzij het label kunnen deze boeiende verhalen verteld worden.
Er bestaan ook andere werkingen rond streekproducten. Wat is er zo bijzonder aan Streekproduct.be?
Ik vergelijk het graag met een piramide. Bovenaan heb je de Europese erkenningen. Die zijn het moeilijkst te verkrijgen. Daaronder heb je het label van Streekproduct.be. Onderaan heb je de regionale streekproducten, met een minder strenge definitie.
Er zijn momenteel meer dan 150 producenten en verenigingen die het label Streekproduct.be hebben behaald, dat is dus niet de grote massa. Maar je bent als consument zeker dat die producten voldoen aan strenge voorwaarden. Een producent die het label behaalt, mag daar echt fier op zijn! Ze kunnen uitpakken met het label. VLAM zorgt voor promotie van deze producten. Als er een campagne loopt, bijvoorbeeld een spot op VRT, dan word ik daar vaak over aangesproken. Het label heeft uitstraling en is mediageniek.
Welke realisaties van de voorbije 20 jaar blijven je bij?
De erkenning van de cuberdons is een mooi voorbeeld van de waarde van het label. Er werden 2 producenten erkend. Zij konden rekenen op heel wat media-aandacht en de verkoop steeg. Dat viel ook andere producenten op en wij zagen nadien de aanvragen toenemen. Een win-win-situatie. En ook de Europese erkenning van Limburgse vlaai zal me bijblijven. Het is de eerste keer dat we grensoverschrijdend een Europees label hebben ontvangen.
Waar liggen er nog mooie kansen in de toekomst?
Ons werk is zeker nog niet af. We moeten producenten blijven overtuigen om een aanvraag tot erkenning in te dienen. We zouden bedrijven nog meer kunnen ondersteunen bij het invullen van het lastenboek. Een Europees project binnenhalen zou ook heel mooi zijn, omdat dit meer middelen genereert. Daarnaast moeten we blijven inzetten op het bekendmaken van het label, zowel digitaal