Europese beschermde streekproducten worden streng gecontroleerd.
Brussels grondwitloof, Poperingse hopscheuten, de Gentse azalea, de Geraardsbergse mattentaart, het Liers vlaaike, de Vlaamse laurier, het potjesvlees uit de Westhoek en de Vlaams-Brabantse tafeldruif hebben met elkaar gemeen dat ze van een Europees beschermde naam genieten.
Brussels grondwitloof, Poperingse hopscheuten, de Gentse azalea, de Geraardsbergse mattentaart, het Liers vlaaike, de Vlaamse laurier, het potjesvlees uit de Westhoek en de Vlaams-Brabantse tafeldruif hebben met elkaar gemeen dat ze van een Europees beschermde naam genieten.
Deze Beschermde Oorsprongsbenamingen (BOB) en Beschermde Geografische Aanduidingen (BGA) worden bijna jaarlijks gecontroleerd door de bevoegde diensten van FOD Economie. Zij gaan na of de lastenboeken gerespecteerd worden. Niet alleen krijgen de producenten het bezoek van controleurs, ook op de winkelvloer of op markten wordt nagegaan of de benamingen en de labels correct gebruikt worden.
In zijn jaarverslag brengt Economische Inspectie hierover verslag uit, voor wie meer wil lezen:
http://economie.fgov.be/nl/binaries/Jaarverslag_2014_Economische_Inspectie_tcm325-269291.pdf